Afbeelding

Een “Hoendervalk?”

Columns

He, wat zeg je nou dan? Wat voor een valk? Nog geen eeuw geleden reisden mensen niet zo veel en was er nog geen bibliotheek. De contacten die mensen hadden met soortgenoten, vonden plaats in een relatief kleine kring. En in sommige aspecten is dat nog zo. Onlangs las ik dat de gemiddelde afstand van huwelijkspartners in Nederland zeven kilometer is. Aan de (dialect)naam die mensen gebruiken kun je als het ware aflezen uit welke provincie of welk taalgebied iemand stamt. Dat hoendervalk voor een buizerd voor mij een gewoon woord is “bewijst” dat mijn oorsprong in Drenthe ligt. Ik ga daar niet over jammeren hoor, ik voel me in Twenterand prima op mijn plek.

Zo’n buizerd van nu werd vroeger in verschillende gebieden anders genoemd. De namen verwijzen deels naar het gedrag en deels naar de jachtmethode van een buizerd. In Friesland werd de buizerd mûzevalk genoemd in De Achterhoek stootvogel, in Drenthe hoendervalk in het Twents heet hij klemmert of poalzitter. En in Noord Brabant noemde men een buizerd een duivenklamper. Kortom een fraai staaltje streekcultuur! Of moet ik zeggen plattelandscultuur, want de stadse kennis van de natuur was denk ik nogal beperkt. Op een camping in Drenthe hoorde ik een campinggast eens klagen over die “roekoe” vogels, die hem ’s morgens al vroeg wakker koerden. Als je nog geen duif kent!

Jullie weten ook vast wel wat een gunterbokkie is. Of moet je daar ook Drentse wortels voor hebben. In Friesland werd deze vogel wetterlijster genoemd en in Twente en de Achterhoek veengeit. Het gaat natuurlijk over een watersnip. Maar zo’n watersnip heeft nog een veelheid aan dialect benamingen, o.a. hemelgeit, dreksnip, lammegie, langsmoel. Wie belangstelling heeft voor dialectnemen vindt op internet verschillende pagina’s met informatie.

Cultuur is leerde ik mijn leerlingen altijd, dat is wat mensen gewoonlijk zeggen of vinden, wat gewoon voor hun is. Het verdwijnen van dialectnamen voor vogels maakt deel uit van een verloren gaande oude (plattelands)cultuur en de overgang naar algemeen aanvaarde namen binnen een nieuwe cultuur.

Met de slogan “Wies met de Patries” sluit de gemeente Twenterand aan bij een zekeren nostalgie, ook in taal. En die kreet verwijst ook naar het verleden toen er nog volop patrijzen waren. Het zal u niet verbazen dat patrijzen ook dialectnemen hebben. Zo is veldhoen (Twents: vealdhoonder) algemeen voorkomend als synoniem van patrijs. Maar typisch Twents is trieshoonder voor patrijzen. Een haan heet een trieshane en een hennetje een trieshenne!

Maar dat er nog vogels standhouden zoals de patrijs in onze gemeente is natuurlijk van een veel groter belang, dan dat we door het verlies van streektaal wat meer bij de rest van Nederland gaan horen. Al ben ik bang dat Thea Kroeze onze streektaalexpert doar heel aans over denkt!

Harm Jan Kerssies

Afbeelding